Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Depressie bij kinderen

Inhoud

Depressie bij kinderen

Wat is depressie bij kinderen?

Bij een depressie heb je bijna nergens zin in. Ook niet in dingen die je eerst wel leuk vond. Je hebt ook bijna de hele dag een somber gevoel.

En je hebt ook 1 of meer van deze klachten:

  • je waardeloos voelen, een ‘leeg’ gevoel
  • heel moe zijn en nergens zin in hebben
  • je slecht kunnen concentreren
  • geen beslissingen meer kunnen nemen
  • je sloom voelen en geen energie hebben om te bewegen
  • ineens veel zwaarder worden
  • ineens veel afvallen
  • niet goed kunnen slapen
  • heel veel slapen
  • een onrustig gevoel hebben of steeds willen bewegen
  • niet meer willen leven, denken aan de dood of zelfmoord

Door je klachten kun je jouw normale dingen niet meer doen. Bijvoorbeeld je opleiding of werk. Maar ook de dingen die je in je vrije tijd deed, lukken niet meer.

Als je dit 2 weken lang bijna de hele dag hebt, kun je een depressie hebben.

Depressie komt veel voor, ook bij jongeren. Het kan goed worden behandeld. Vraag daarom hulp en blijf er niet te lang zelf mee rondlopen.

Het is niet iets om je voor te schamen of om je schuldig over te voelen.

Depressie heeft niets te maken met ‘niet willen’.

Meestal is er niet 1 oorzaak, maar zorgen een paar verschillende dingen dat je een depressie krijgt. Bijvoorbeeld:

  • Je hebt andere psychische problemen.
    Bijvoorbeeld ADHD of problemen met leren. Daardoor heb je bijvoorbeeld vaak ruzie of verwachten mensen meer van je dan je kunt.
  • Je hebt een ziekte die niet over gaat, bijvoorbeeld diabetes.
  • Er zijn problemen thuis, bijvoorbeeld grote problemen tussen je ouders.
  • Je hebt geweld meegemaakt, zoals mishandeling, geweld tussen je ouders of een nare ervaring met seks.
  • Je hebt verdrietige dingen meegemaakt. Bijvoorbeeld als je ouders scheiden of als iemand overlijdt die belangrijk voor je is.
  • Er zijn veel veranderingen tegelijk in je leven.
  • Je karakter heeft invloed op hoe je voelt, bijvoorbeeld als je jezelf vaak de schuld van alles geeft.
  • Je kans op een depressie is ook groter als meer mensen in je familie het ook hebben.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Het is belangrijk dat de mensen om je heen weten hoe je je voelt. Zij kunnen je helpen om beter te worden. Je hoeft het dan niet allemaal zelf te doen en je voelt je niet zo alleen. Dus:

  • Probeer je ouders, broer, zus, een vriend of vriendin, of je mentor op school te vertellen wat er met je is.
  • Of maak een afspraak met je huisarts als je liever eerst met iemand wil praten die je niet zo goed kent.

Meer tips:

  • Maak een plan voor je dag en schrijf dat op. Schrijf daarin:
    • hoe laat je opstaat en hoe laat je naar bed gaat
    • wanneer en wat je gaat eten
    • en wat je die dag wilt doen
  • Bewegen of sporten zorgt ervoor dat je je beter voelt. Ga bijvoorbeeld hardlopen of naar de sportschool.
  • Drink geen alcohol, gebruik geen xtc, blow niet, gebruik geen lachgas en neem geen andere drugs. Dit is belangrijk om je weer beter te voelen. Alcohol en drugs kunnen je klachten erger maken.
  • Probeer je niet schuldig te voelen. Heel veel mensen krijgen een depressie.
  • Verwacht niet te veel van jezelf. Het helpt bijvoorbeeld niet als je vindt dat je snel beter moet worden.
  • Ga elke dag naar buiten. Buitenlucht en bewegen geven je een beter gevoel.
  • Blijf niet ziek thuis. Is het moeilijk om naar school of studie te gaan? Praat daar dan over met je mentor of iemand anders van school. Als je in loondienst werkt, kan de bedrijfsarts je helpen.
  • Bedenk dingen die je oké vond om te doen. Maak er een lijstje van. Kies elke dag zo’n activiteit en ga dat doen.
  • Probeer te stoppen met piekeren. Dat kan bijvoorbeeld met door beter te ontspannen.
  • Probeer in contact te blijven of te komen met anderen. Dat kan ook via internet. Misschien vind je dat makkelijker. Kijk bijvoorbeeld op Grip op je dip.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Je bent altijd welkom bij je huisarts. Het helpt echt om met iemand te praten als je je slecht voelt.

Bel direct de huisarts, de huisartsenpost of 112 als je plannen hebt om een einde aan je leven te maken.
Je kunt ook dag en nacht 113 of 0800-0113 (gratis) bellen. Of met iemand chatten via 113.nl. Dit is anoniem. Je hoeft alleen te zeggen hoe je heet. En als je dat niet wilt, kun je een naam verzinnen.

Bel je huisarts om een afspraak te maken:

  • als je je somber, angstig of wanhopig blijft voelen
  • als je wilt praten over omgaan met alcohol of drugs
  • als er thuis problemen zijn, bijvoorbeeld als je ouders veel alcohol drinken of veel ruzie hebben
  • als je vaak aan de dood denkt

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Antidepressiva

Meestal worden geen medicijnen gebruikt bij kinderen met een depressie. Het is namelijk van de meeste medicijnen niet duidelijk of ze werken en veilig zijn bij kinderen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij ernstige depressie, kan de kinder-of jeugdpsychiater wel medicijnen voorschrijven. Deze worden dan gegeven in combinatie met psychotherapie. Als de arts een medicijn voorschrijft, is dit meestal fluoxetine. Hiervan is wel effect aangetoond. Soms worden sertraline of citalopram gegeven. Lithium kan gegeven worden bij manische depressie.